Ik was ervan overtuigd dat ik dom was. Met alle gevolgen van dien. Het léék ook of ik dom was; ik haalde slechte cijfers.
Totdat ik eindelijk ging wérken voor school. En totdat ik, later in mijn volwassen leven, ervaarde dat je overtuigingen kan veranderen.
Nu alleen mijn dyslexie nog.
Even een paar aanpassingen, en mijn blog is verstuurd. Nog geen half uur later zie ik dat ik fouten heb laten staan. Ik baal. Als ik een mail krijg van mijn klant Victor, voel ik het warm worden in mijn gezicht. Hij heeft de fouten gezien – en nog een paar extra. Hij heeft ze gemarkeerd en biedt me aan mijn teksten na te lezen. Oeps.
Mijn dyslexie heb ik grotendeels overwonnen. Toen ik een baan als communicatieadviseur kreeg, spijkerde ik in het geheim mijn Nederlands bij. Ik kocht schoolboeken en stampte de spellingsregels in mijn hoofd. Door veel te oefenen ging het beter. Mijn spelling ging met sprongen vooruit.
Toch zal mijn taalvaardigheid nooit zo goed worden als die van vele anderen. Als ik een blog op het scherm nalees, vult mijn brein woorden en delen van zinnen aan die er niet staan, maar die het daar logischerwijs wel verwacht.
Ik heb trucjes om mezelf te helpen. Uitprinten en hardop voorlezen bijvoorbeeld. Met mijn vinger bij waar ik ben. Toen ik in loondienst werkte, verborg ik mijn handicap. Niemand die het ooit heeft ontdekt.
Maar ik verzwijg niet langer wie ik ben
Als meisje op de basisschool was ik een buitenbeentje. Ik werd gruwelijk gepest. Daarbovenop haalde ik slechte cijfers. In de vierde klas fietste ik huilend naar huis met een rapport vol vijven. Ik was de enige in de klas met lage cijfers. Ik was heel verdrietig.
Nu ik terugkijk is dat het moment geweest dat ik ging geloven dat ik dom was. Ik raakte er door de jaren heen van overtuigd. Pas na mijn veertigste lukte het me om daar realistischer over te denken.
Anders denken start met het zien van je blinde vlekken
En te onderzoeken welke overtuigingen je hebt over wat er áchter zo’n blinde vlek zit. Wat voor waarheid heb je gemaakt voor jezelf?
Weet bij het doen van dit onderzoek dat wij mensen nu eenmaal mening makende machines zijn. Kijk maar eens hoe vaak je op een dag ergens wat van vindt. Je eerste overtuigingen krijg je als kind van je ouders mee.
Stel je ouders hebben een melkveehouderij. Als klein kind zie je ze voor dag en dauw de koeien melken. Uitslapen op zondag is er niet bij. Als jullie naar een verjaardag gaan, kijkt je vader eerst nog bij de koeien. Hoe vaak zie je hem niet zijn nette kleren uitdoen omdat een koe moet kalven?
Zoiets als keihard werken zit met die ervaringen in je kindertijd in je DNA gebeiteld. Als dat je een goed gevoel geeft, is er niets mis met zo’n overtuiging. Maar als je jezelf daardoor nooit rust gunt en uiteindelijk in een burn-out belandt is zo’n overtuiging ongezond.
Overtuigingen houden zichzelf in stand
Weer even terug naar mijn kindertijd.
Een tijdje kreeg ik op school een uur bijles. Dat maakte niet veel verschil. Ik werd al snel op een aangepast, gemakkelijker, leerplan gezet. Ik zat in een klas waar 80% naar het gymnasium ging.
Ik hield de andere kinderen niet bij. De leraar zei regelmatig: “Nee, jíj hoeft dit niet te doen.” Ik zie hem nog voor me staan. “Wat de anderen doen, kun jij niet. Fijn toch dat jij makkelijke sommen mag maken?” Ik weet nog heel goed dat ik dat verschrikkelijk vond.
Nu denk ik: geen wonder dat mijn achterstand steeds groter werd. Thuis kreeg ik van mijn ouders geen ondersteuning bij het leren.
“Je Cito-advies is heel laag, je mag het niet lezen”, zeiden mijn ouders. Later, als volwassene vond ik die uitslag per toeval: de cognitieve vermogens van Hanneke zijn enorm laag. Wellicht kan ze de lagere agrarische school proberen. Mijn moeder wilde dat ik naar de MAVO ging. Mijn leraar zei: “Ik vind het een slecht plan, maar je moeder wil het.”
Ik voelde me een mislukkeling en schaamde me.
Hoe groter de pijn, hoe dieper de overtuiging
Hoe erger een ervaring voor je is, hoe sterker de overtuiging er bij je van binnen in wordt gebeiteld. Dus één keer een onvoldoende halen is niet zo erg. Maar wekelijks slechter presteren dan de rest, wel.
Herhaling versterkt je overtuiging, totdat het de waarheid voor je is. Ik startte op de MAVO met een achterstand. Aangezien ik op voorhand overtuigd was dat ik niet kon leren, sloeg ik de boeken nauwelijks open en maakte ik mijn huiswerk niet.
Toch ging ik steeds nét over. In de derde bleef ik zitten. De gedachte die ik over mezelf had, dat ik dom was, kwam steeds opnieuw weer uit. De selffulfilling prophecy. Ik had een blinde vlek, en daarachter zat dat ik niet de verantwoordelijkheid nam om mijn huiswerk te doen. Dit was de echte oorzaak van mijn slechte presteren.
Een keer kwam de mentor bij ons thuis met mijn ouders praten. Ik luisterde achter de deur mee. Ik hoorde hem zeggen dat mijn resultaten slecht waren omdat ik niets deed. Dat kwam niet bij me binnen. Dat ik voor leesteksten en redeneervragen, waar ik niet voor hoefde te leren, op mijn eindexamen bijna een tien haalde, had ook geen invloed op hoe ik mezelf zag.
Maar: mijn diploma haalde ik.
Pas toen ik na mijn MEAO een particuliere Hbo-opleiding ging doen, die rete-duur was, dacht ik: zoveel geld, nu moet ik wel gaan studeren. Door tijd te steken in mijn huiswerk schoten mijn cijfers de lucht in. Ook een Hbo-opleiding bedrijfskunde haalde ik.
Terug naar jou
Jouw negatieve overtuigingen zijn ontstaan door situaties die je meemaakte. Doordat jij je bent gaan gedragen naar je eigen overtuiging bevestig je deze keer op keer aan jezelf. In mijn coachkamer komen er allerlei overtuigingen voorbij.
Welke herken jij?
1. Ik moet mezelf bewijzen
Keer op keer bewijs je aan jezelf en aan anderen dat je het kunt. Je staat niet stil bij wat je bereikt. Je bent kritisch op je werk en voelt je tekortschieten. Je legt de lat heel hoog en gaat om te blijven presteren over je eigen grenzen heen. Hierdoor ervaar je doorlopend stress.
2. Ik moet het alleen doen
Alleen als je het zelf doet, gaat het goed. Je vindt dat anderen het niet goed genoeg doen, of dat ze van hun verantwoordelijkheid weglopen. Daarom vraag je geen hulp. Je voelt je eenzaam en je werk neemt je energie vaak weg.
3. Iedereen moet mij aardig vinden
Je probeert te voldoen aan wat je collega’s en vrienden van je verwachten en gaat confrontaties uit de weg. Als het niet lekker loopt, ga je nóg meer geven. Maar doordat jij je zo wegcijfert, neemt de ander je niet serieus. Het gaat van kwaad tot erger.
4. Ik mag geen fouten maken
Je bent heel kritisch op jezelf en als je wél een fout maakt sabel je jezelf in gedachte neer. Als je een fout maakt, twijfel je enorm aan jezelf. Om dit te voorkomen check je, vaker dan je zou moeten, je werk.
5. Anderen laten mij in de steek
Als er vervelende of extra klussen bij jouw team worden neergelegd, ben jij degene die ervoor opdraait. Je collega’s zijn in geen velden of wegen te bekennen. Als jij aangeeft dat het je te veel is, stuit je op onbegrip. Je moet het altijd alleen doen.
Hoe zit dat bij jou?
In mijn volgende blogs vertel ik hoe ik van mijn negatieve overtuiging afkwam. En hoe ook jou dat lukt. Het begint met het herkennen van je selffulfilling prophecy.
To be continued…
Sneller hulp nodig?
Opzoek naar iets anders? Ik help jou met:
- persoonlijke coaching
- loopbaancoaching
- burn-outbegeleiding
- teamdagen
- teamcoaching
Hebben we al een connectie op LinkedIn? Ik inspireer je ook daar met tips om gelukkiger op je werk te worden.
Heb je gedoe op je werk? Of werkvloerfrustraties? Maak ze dan soepel bespreekbaar met de checklist uit mijn e-boek.
Je las een blog van moi – Hanneke Zumker
• Hanneke wie?
• Klantervaringen
Fijne werkweek!
Bronnen:
De biologie van bevriezen
Boek: Verlamd van angst door Agnes van Minnen